HomeNieuws“Ik ontdekte een nieuwe, donkere plek waar een mens terecht kan komen”

“Ik ontdekte een nieuwe, donkere plek waar een mens terecht kan komen”

Als je vader sterft na een periode van intensieve mantelzorg, kan dat veel met je doen. In het geval van Mirjam* (46) leidde het tot PTSS (posttraumatische stressstoornis) en slapeloosheid, met een depressie tot gevolg. Na onder andere een behandeling bij HSK staat ze weer stevig in het leven. In dit ervaringsverhaal deelt ze openhartig haar proces.

Trigger warning: in dit ervaringsverhaal komen ingrijpende thema’s aan bod, waaronder verlies, psychische klachten en crisiszorg.

Mirjam, waar kwamen je PTSS-klachten precies vandaan?

“Het is een gevolg van een lange periode, zo’n zes jaar, mantelzorg verlenen aan mijn vader. Mijn vader was hartpatiënt. In het begin van zijn ziekte was ik niet iedere dag bij hem om hem te helpen, maar geleidelijk aan werd zijn noodzaak aan zorg groter. Daarbij kwam ook onzekerheid kijken: hoe gaat het ziekteverloop eruit zien? Wat gaat er nog op ons afkomen? Als je iemand waarvan je veel houdt zieker ziet worden, heeft dat enorme impact. Op een gegeven moment was ik er twee keer per dag. ’s Ochtends voor ik naar mijn werk ging deed ik dan zijn gordijnen open, zette koffie, liet de hond uit en keek hoe het met hem ging. Na het werk was ik er weer. Liefde maakt alles milder en ik deed het graag, pas aan het einde voelde het zwaarder worden. Achteraf gezien was ik ontzettend uitgeput door al die jaren van zorg bieden en ontwikkelde ik PTSS.”

Had je op het moment zelf niet door dat je uitgeput was?

“Nee. Natuurlijk was het heftig, en zeker de dagen rondom zijn overlijden waren heel intens. Ik heb toen twee dagen en drie nachten bij hem gezeten in het ziekenhuis. In die dagen heb ik bijna niet geslapen. Ik zat tussen hoop en vrees en had geen besef van tijd. Het was heel moeilijk om de man waar ik zo erg van houd te zien lijden en doodgaan. Tegelijkertijd kwam er een stukje opluchting, omdat het wachten en lijden voorbij was. Ik heb alle emoties over me heen laten komen. Gedurende een half jaar lang heb ik iedere dag wel gehuild. Ondanks alles ging het aardig goed, tot een paar maanden na zijn overlijden. Toen begonnen de heftige klachten.”

“Het voelde alsof mijn ziel nog wel bestond, maar eigenlijk dood was. Ik dacht dat ik de bloemen nooit meer zou zien bloeien.”

Welke klachten kreeg je?

“In het begin had ik alleen last van slapeloosheid. Daar maakte ik me niet direct zorgen om, het leek me niet gek na het overlijden van mijn vader. Maar toen ik een aantal weken lang niet meer kon slapen, op soms een uurtje na, heb ik de huisarts gebeld. Die gaf me een verwijzing voor psychologische hulp bij HSK en medicatie om in ieder geval weer wat te kunnen slapen. Als gevolg van de slapeloosheid had ik veel last van paniekaanvallen en durfde ik niks meer. Zo bizar. Ik durfde de weg niet meer op, zelfs niet om te lopen. Mijn lichaam en brein waren flink van slag. Na verloop van tijd werkte geen enkele slaapmedicatie meer. Vrienden hebben me toen een slaapplek aangeboden. Omdat ik er zo slecht aan toe was, hebben zij op een gegeven moment de hulppost gebeld in het weekend. Ik ben toen bij de crisisdienst terecht gekomen. Ik was niet meer van deze wereld. Het voelde alsof mijn ziel nog wel bestond, maar eigenlijk dood was. Ik dacht dat ik de bloemen nooit meer zou zien bloeien. De slapeloosheid zorgde ervoor dat ik in een depressie belandde.”

Wat betekenden die klachten voor je dagelijkse leven?

“Kleine huishoudelijke klusjes, zoals een handwasje doen, gingen nog net. Maar ik was een fractie van wat ik normaal ben, ik was helemaal van de kaart. Dingen als werken, koken, boodschappen doen, tuinieren, schoonmaken: het ging allemaal niet. Ik teken en schilder heel veel, maar ook dat kreeg ik niet meer voor elkaar. Zowel mijn hoofd als mijn lichaam werkten niet mee. Ik had gedachten als: iedereen gaat naar zijn werk, daar ben ik niet meer van. Dat lukt mij niet meer. De intelligentie die ik had, krijg ik niet meer terug. Het is kapot hierboven.”

Na een aantal maanden startte je bij HSK.

“Klopt, ik kreeg een intake bij Nikki – mijn behandelaar bij HSK. Zij heeft toen de diagnoses PTSS en depressie vastgesteld. Gelukkig kon ik daarna vrij snel terecht voor de behandeling. Dat ging overigens niet zonder slag of stoot. Net voor de eerste behandeling kreeg ik weer een paniekaanval en wilde ik afzeggen. De vrienden waarbij ik verbleef hebben mij uit bed moeten halen en gezegd: ‘Kom, we gaan wel.’ Ik vond het doodeng om aan therapie te beginnen, omdat ik dan naar de emoties toe zou moeten gaan die me zoveel pijn bezorgden en zo van slag maakten.”

Hoe verliep de behandeling?

“Ik had meerdere sessies per week waarin Nikki zowel EMDR als imaginaire rescripting** toepaste. Nikki hakte de traumatische gebeurtenissen op in stukjes en samen pakten we die één voor één aan. Tijdens zo’n EMDR-sessie moest ik dan mentaal terug naar een gebeurtenis, terwijl ik tegelijkertijd een bewegend lichtje moest volgen met mijn ogen. Daardoor nam de lading van die specifieke gebeurtenis steeds iets meer af. Het was keihard werken en er kwam veel oud verdriet omhoog. Zo kwam ik erachter dat ik het verlies van mijn moeder op jonge leeftijd nog niet goed had verwerkt. Maar al vrij snel kreeg ik een soort oergevoel. Een gevoel van: ik móét dit wel gaan aankijken en ik word nu gezien. Niet alleen door mijn behandelaar Nikki, maar ook door mezelf. Ondanks het feit dat het heftig was, had ik vertrouwen in de behandeling. Dat kwam doordat Nikki zo rustig bleef. Zij schrok niet van mijn verhaal, het verhaal waar ik zelf zo bang voor was. Nikki stelde me gerust dat het niet gevaarlijk is om naar die emoties toe te gaan.”

“Nu denk ik: laat die emoties maar komen, ze stoppen wel weer.”

Hoe lang duurde het voor je je weer beter begon te voelen?

“Na zo’n twee maanden behandeling ging het echt wat beter. Ik merkte dat alles minder zwaar voelde en dat ik de dagen gemakkelijker doorkwam. Er ontstonden weer ideetjes en plannetjes, ook al waren ze superklein. Ook mijn werk kon ik langzaamaan weer oppakken. Een aantal collega’s uit mijn branche – ik ben zzp’er – steunde me op de achtergrond. Bijvoorbeeld door wat stukken te sturen en te vragen of ik het van commentaar zou kunnen voorzien. Dat was heerlijk, want ik hóéfde het niet te doen, maar als het lukte, was het mooi meegenomen. Dat bouwde ik steeds meer uit. Soms dacht ik: ik weet niet of ik het kan, maar de enige manier om het te ontdekken is door het te doen. Na een half jaar voelde ik me zelfs weer goed genoeg om de behandeling bij HSK af te ronden.”

Was het spannend om de behandeling te beëindigen?

“De weg naar de afronding toe vond ik niet spannend, maar toen ik na de allerlaatste behandeling naar huis reed, vond ik dat toch wel eng. Gelukkig zei Nikki daarvoor al: ‘Als het niet gaat, dan bel je me en pakken we de draad weer op.’ Een hele tijd lang kon ik geen foto’s van mijn vader bekijken. Zodra ik ook maar even keek, kreeg ik al een paniekaanval. Nikki leerde me dat die emoties niet gevaarlijk zijn en gaf me handvatten om de paniekaanvallen te kunnen doseren. Nu denk ik: laat die emoties maar komen, ze stoppen wel weer.”

Waar sta je nu, een half jaar na het afronden van de behandeling?

“Het gaat goed met me. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik Nikki als psycholoog heb mogen hebben, ze is een erg warm mens. En voor mijn vriendengroep, die geen moment van mijn zijde is geweken. En voor mijn eigen wilskracht. Er is nu een gezond, liefdevol rouwproces. Het verliezen van mijn vader is het pijnlijkste dat ik ooit heb meegemaakt, maar ik kan het aan. De pijn is behapbaarder geworden en niet meer groter dan ikzelf.”

* De naam van Mirjam is wegens privacyredenen gefingeerd, haar echte naam is bij ons bekend.
** EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een behandelmethode die helpt om nare ervaringen te verwerken door oogbewegingen of andere ritmische prikkels. Bij imaginaire rescripting stel je je een nare herinnering opnieuw voor, maar verander je het verloop zodat het minder angst of verdriet oproept.