Niet op de bank liggen!
We weten dat verzuim Nederlandse werkgevers veel geld kost en we weten dat veel van dit verzuim veroorzaakt wordt door psychische klachten. Psychische overbelasting is inmiddels beroepsziekte nummer 1 in Nederland.
We weten ook dat het advies “op de bank liggen én wachten tot je beter bent”, hoe goed de bedoelingen ook zijn, bijna nooit een goede optie is. Wat we wel weten is dat “werk” juist een belangrijk onderdeel van de behandeling moet zijn.
Werk kan de oorzaak zijn van psychische klachten en kan psychische problemen verergeren. Maar werk kan mensen juist ook gezond maken, gezond houden of bevorderend zijn in de behandeling. Het is enorm belangrijk om in de behandeling aandacht te besteden aan het thema werk en te inventariseren of werk bij de zieke werknemer een rol speelt bij het herstel.
Wij betrekken daarom het werk vanaf de eerste behandelsessie en maken met de medewerker afspraken om zo snel als mogelijk weer naar het werk te gaan. Wellicht eerst om een kop koffie te drinken of aangepast werk te doen, maar altijd met als doel zo snel mogelijk het werk te kunnen hervatten.
En de werkgever, kan die iets doen? Jazeker!
We weten dat door de maalstroom van alledag werknemers zich vaak niet bewust zijn van spanningsklachten. En werkgevers zijn nog vaak gefocust op het moment dat problemen ontstaan. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Duidelijke alarmsignalen als regelmatig kort ziekteverzuim of het plotseling uit de slof schieten tijdens een meeting moet je serieus nemen. Gelukkig zien we dat steeds meer bedrijven hier aandacht voor hebben: ze zijn gefocust op het voorkomen van problemen, en minder gericht op herstel. De kansen liggen dus bij proactiviteit en preventie. Dat ondersteunen wij door medewerkers bewust te maken van hun mentale veerkracht en hen te leren welke acties zij zélf kunnen nemen om deze te vergroten. Hiervoor zetten we diverse interventies in op zowel persoonlijk-, groep- of organisatieniveau.
Voorkomen is dus beter dan genezen. En mentale veerkracht is beter dan voorkomen!
Martin Dekker