HomeNieuws‘We beschikken over meer mentale veerkracht dan ons nu wordt toegedicht’

‘We beschikken over meer mentale veerkracht dan ons nu wordt toegedicht’

Thuiswerken doet ons de das om, een groot deel van de jongeren staat op instorten, naast een economische wacht ons een psychische crisis*: als we de doemscenario’s in de media mogen geloven, heeft de pandemie desastreuze gevolgen voor onze mentale gezondheid. Dr. Maarten Merkx (GZ-psycholoog en verantwoordelijk voor het inhoudelijk beleid van HSK) roept op tot een meer genuanceerde kijk op de werkelijkheid. ‘De meeste Nederlanders kunnen dealen met de nieuwe situatie’.

In de media tekent zich een somber beeld af van onze mentale gesteldheid als gevolg van de coronacrisis. Herkent u dit uit uw praktijk?

‘Laat er geen misverstand over bestaan: natuurlijk hebben de corona-uitbraak en de maatregelen invloed op onze mentale gezondheid. Vooral de kwetsbare mensen – oud en jong – met onderliggende gezondheidsproblemen hebben nu flink te lijden. Zij zijn het die daadwerkelijk hulp nodig hebben en dat zie je bijvoorbeeld ook terug in de crisisketen voor jongeren, die zit bomvol. Wat me alleen opvalt, is hoe stellig de berichten in de media gebracht worden. Iedereen lijkt een mening te hebben over de mentale impact van de pandemie. Wat ik mis, zijn de cijfers om dat doembeeld te bevestigen. De realiteit is gelukkig een stuk genuanceerder dan ons doorgaans gepresenteerd wordt. Dat blijkt ook uit het meest recente CBS-onderzoek, dat bevestigt dat de psychische ongezondheid in 2020 gelijk is aan eerdere jaren.’

Gaat het mentaal dan beter met ons dan we denken?

‘Op basis van mijn expertise en onze behandelpraktijk durf ik te beweren dat het gros van de Nederlanders weliswaar stevig baalt, maar gelukkig over veel meer mentale veerkracht beschikt dan ons nu wordt toegedicht; de meesten lukt het om te dealen met de nieuwe situatie. In de hoeveelheid en de aard van de verwijzingen naar de mentale zorg van HSK zien we vooralsnog geen significante veranderingen. Natuurlijk behandelen ook wij cliënten die het nu uiterst moeilijk hebben en hun ervaringen wil ik absoluut niet bagatelliseren, maar feit is gelukkig dat velen ook weer herstellen en hun weg vinden tijdens de coronacrisis. Recente onderzoeken in dagblad The Guardian en het medische tijdschrift The Lancet benadrukken die veerkracht ook: tijdens de eerste lockdown in Engeland bleek het aantal angst- en somberheidsklachten net zo snel gedaald te zijn als ze daarvoor waren gestegen. Veel mensen waren in staat om een goede manier te vinden om met de uitdagingen van de pandemie om te gaan. Alleen zijn dat vaak niet de geluiden die je terug hoort in de media.’

‘Het gevaar is dat we gaan leven naar een beeld dat niet altijd klopt en dat we ons bij voorbaat al de put in praten’

– Maarten

Wat heeft dat voor effect, volgens u?

‘Het gevaar is dat we gaan leven naar een beeld dat niet altijd klopt en dat we ons bij voorbaat al de put in praten. Zo merken we bij HSK dat cliënten de pandemie – en dat is heel begrijpelijk – gemakkelijk op hun klachten “plakken”: bij hun aanmelding wijten zij hun eenzaamheid of somberheid, bijvoorbeeld, automatisch aan deze tijd. Onze psychologen merken dat de pandemie daardoor ook impact heeft op de voortgang van behandelingen. Het onderwerp neemt een groot deel van de sessies in beslag, terwijl er al doende een heel ander, onderliggend probleem blijkt te spelen dat aandacht verdient.

De jeugd is vooral de dupe van de pandemie, klinkt het. Hoe kijkt u daar tegenaan?

‘Ook bij die berichten mis ik de cijfers en de duiding. De mentale druk en stress bij jongeren lijkt toe te nemen, maar dat komt niet alleen door de huidige coronasituatie en de maatregelen, ook de hogere prestatiedruk en sociale verwachtingen die jongeren voelen spelen mee. Natuurlijk trekt het gebrek aan contact en het langdurige thuisonderwijs een zware wissel op hen, maar gaan ze dan ook meteen kopje onder? En wat betekent dat dan, is er daadwerkelijk sprake van een psychische stoornis of gaat het om sombere gevoelens? Het laatste namelijk, dat dagenlang balen, je ellendig voelen, hoort ook bij de fase van volwassen worden en is in wezen een gezonde ontwikkeling. Anders is het met een depressie, dat is een ziekte. Het baart me zorgen hoe makkelijk die termen in ons alledaagse taalgebruik op een hoop gegooid worden, waardoor onze kijk op de algehele mentale gezondheid vertroebelt.’

De Kindertelefoon meldde eind januari een alarmerende ontwikkeling in het aantal gesprekken over suïcide: in vergelijking met de eerste lockdown steeg dat aantal met ruim een vijfde.

‘Begrijp me goed: iedere suïcide of gedachte eraan is er één te veel, en de persoonlijke verhalen daarachter zijn hartverscheurend. Maar ook hier geldt: hoe interpreteer je de cijfers, welk verhaal verbind je eraan, hoe frame je het? En ook: welke relevante data neem je mee in je bewering? In dit geval werd er blind gevaren op de cijfers van de Kindertelefoon: van de 1500 dagelijkse telefoongesprekken gingen er vóór de lockdown 17 over suïcide, tijdens de eerste lockdown waren dat er 16 en tijdens de tweede 21. Betekent dat daadwerkelijk dat de gedachte aan zelfdoding onder jongeren oploopt door de coronacrisis? De absolute stijging is immers miniem. Bovendien zijn de suïcidecijfers van de jeugd tot en met 29 jaar volgens het Centraal Bureau Statistiek tot en met oktober 2020 gelijk aan de cijfers van het jaar ervoor.’

Hoe komt het dat we deze maanden de neiging hebben om berichten over mentale gezondheid “op te kloppen”?

‘Om bewust “opkloppen” gaat het volgens mij niet, wel denk ik dat we het in onze maakbaarheidsgerichte maatschappij lastig vinden om onzekerheid en lijden te verdragen, we zetten ons er schrap voor, lichten het uit. En doordat we met z’n allen zo bovenop alle veranderingen zitten, verwarren we “natuurlijke” sombere gevoelens al gauw met een “ongezonde” depressie. Terwijl dat echt niet altijd aan de hand is. Om een persoonlijk voorbeeld te noemen: mijn oudste zoon van 14 voelde zich een tijdje terug beroerd en down. Na goed doorvragen – mijn vrouw en ik hebben vitale beroepen, dus we volgen onze puberkinderen niet de hele dag – bleek dat hij twee weken lang zijn schoolwerk onafgebroken vanuit bed gedaan had. Ja, vind je het dan gek dat hij zich zo ellendig voelt? Ik heb hem uitgelegd hoe het werkt in het lichaam en in je hoofd, dat je van 24 uur per dag in een kleine ruimte niet opknapt. Sindsdien zit hij weer achter zijn bureau en switcht regelmatig van omgeving, hij is er nu aanmerkelijk beter aan toe. En daarbij: pubers liggen vaak in bed, voelen zich af en toe somber en zijn doorgaans vermoeid, dat hoort bij hun levensfase. Dat moeten ze ontdekken en leren verdragen, en dat geldt overigens niet alleen voor jongeren.’

Hoe bedoelt u?

 ‘Ook volwassenen kunnen fases beleven die moe- of somberheid met zich meebrengen. Wanneer zij hun banen combineren met de zorg voor jonge kinderen of zieke ouders, bijvoorbeeld, dan is het logisch dat het leven hen zwaar valt. Of zoals nu, met het verplichte thuiswerken, dat voor velen een pittige onderneming is. Bovendien kunnen mensen die al psychische klachten hadden door deze crisis verergering of hernieuwing daarvan ervaren. Bij HSK proberen wij die symptomen te “normaliseren”, terug te brengen tot de kern. Vaak is acceptatie dat stress momenteel bij het leven hoort, dan al heel helpend.’

Credits:

Interview en tekst: Teus Lebbing

*berichten uit het AD 6/2, AD 18/2 en Telegraaf 10/2